fbpx

Onderwijs in België

Verschillen tussen het onderwijs in België en Nederland

Onderwijs in België vergeleken met het Nederlandse

Onze zuiderburen verschillen in veel opzichten. Niet is alleen de cultuur heel anders, ook het schoolsysteem is anders opgebouwd. Zo is het voorgezet onderwijs in België bijvoorbeeld opgebouwd in het algemeen secundair onderwijs, kunst secundair onderwijs en beroeps secundair onderwijs. In de onderstaande tabel is een vertaling gemaakt naar het Nederlandse systeem.  Joke Verweij woont al sinds 1996 in België en neemt je graag mee in haar ervaringen.

onderwijs in belgië

Eerst even voorstellen: ik ben Joke Verweij, getrouwd met Jan, moeder van Lianne (22) en Gerwin (19). Wij wonen sinds 1996 in België en onze kinderen hebben hier hun hele schoolloopbaan doorgebracht. Sinds oktober 2016 geef ik protestantse godsdienst in het middelbaar onderwijs, dus ik heb intussen heel wat ervaring opgedaan met het onderwijs in België.

Hoe ziet de kleuterschool eruit in België?

Kinderen mogen hier naar school vanaf 2,5 jaar. Bij voorkeur zijn zij dan zindelijk. Het schooljaar kent 5 instapmomenten, steeds na een vakantie. In de praktijk is dit 1 september (na de zomervakantie), begin november (herfstvakantie), begin januari (kerstvakantie), na de krokusvakantie en na de paasvakantie. Veel scholen hebben na de krokus- of paasvakantie een speciaal instapklasje voor de beginnende kleutertjes.

Omdat de jongste kleutertjes vaak nog erg jong zijn, gaan ze op vaste momenten met de hele klas naar het toilet (dit om ongelukjes te voorkomen). Voor die ongelukjes is er altijd wel reservekleding aanwezig op school. De kleuterklasjes zijn soms best al groot; ik heb al klassen van 20-25 kleuters gezien met 1 leerkracht. Als er al een extra kracht aanwezig is, is die er meestal voor de hele kleuterschool. Eten doen ze doorgaans van het begin af aan op school, hoewel de allerkleinsten ook nog weleens met halve dagen beginnen. Maar dit kan natuurlijk alleen als er iemand thuis is die de kindjes kan komen afhalen. Anders blijven ze gewoon de hele dag op school.

Halve dagen

De woensdag is (net als in Nederland) een halve dag school. De kleuterschool telt 3 jaren. In de 2e kleuterklas beginnen ze al met werkblaadjes die een voorbereiding op het schrijven zijn. In de laatste kleuterklas leren ze hun naam schrijven en tellen tot 10. Het afscheid van de kleuterschool is vaak een hele ceremonie, compleet met ‘diploma’. Aan het eind van de schooldag wachten de kleuters tot een bij de leerkrachten bekend persoon het kind komt ophalen. Er is voor- en naschoolse opvang voorzien van 7 uur ’s morgens tot 7 uur ’s avonds.

Hoe ziet het basisonderwijs er in België uit?

In het kalenderjaar dat de kinderen 6 worden, gaan ze naar de basisschool. Deze duurt 6 jaar. In overleg is het altijd mogelijk om kinderen die niet schoolrijp zijn, nog een jaar langer te laten kleuteren. Het onderwijs in België is nog behoorlijk op kennis gericht. Het is ook nog wel redelijk verzuild: je hebt het ‘vrije onderwijs’, dit zijn de rooms-katholieke scholen. Hier krijgen de kinderen klassikaal godsdienstonderwijs.

Op de openbare scholen (zowel stedelijk als provinciaal als gemeenschapsscholen) kunnen de ouders kiezen welke godsdienst de kinderen volgen: katholiek, protestants, anglicaans, orthodox, joods, islam en niet-confessionele zedenleer. Al is er van een bepaalde strekking maar 1 leerling, dan zal de school op zoek moeten naar een bijpassende leerkracht. Dientengevolge zijn de godsdienstklassen soms maar klein. Toen mijn kinderen op de basisschool zaten, was er nog niet zoveel ondersteuning voor kinderen die boven het maaiveld uitstaken, maar dat is langzamerhand aan het verbeteren. Op de scholen waar mijn kinderen gezeten hebben, werd een klas gesplitst als het aantal boven de 25 kwam. Het maximum aantal kinderen in een klas was (is) dus 25.

Discipline, schoolkosten en uitjes

De leerkrachten worden aangesproken met juf of meester met de voornaam erachter. Er heerst nog behoorlijk wat discipline, ook al op de kleuterschool. De schoolkosten vallen doorgaans nogal mee, omdat er een aantal jaren geleden de zogenaamde ‘maximumfactuur’ is ingesteld. Dit betekent dat de kosten voor uitstapjes, werkweken, materiaal en dergelijke niet boven een bepaald bedrag mag uitkomen. Scholen gaan regelmatig op ‘GWP’, dit is de Vlaamse variant van een werkweek. Ook in het 1e leerjaar gaan ze al een aantal dagen weg: naar zee, bos of nog iets anders. Dit heet dan ‘bosklassen’, ‘zeeklassen’, ‘sprookjesklassen’, enzovoorts, afhankelijk van het reisdoel of het thema. Doorgaans gaan alleen de klasleerkrachten mee op zo’n meerdaags gebeuren.

Hoe vaak krijgen kinderen een rapport mee in België en hoe zit het met huiswerk?

Er worden 3 à 4 rapporten mee naar huis gegeven, waarop de vorderingen en resultaten van je kind worden meegedeeld. Na ieder rapport is er oudercontact (10 minutengesprek). In principe worden alle ouders hiervoor uitgenodigd. Onze kinderen kregen vanaf het 1e rapport punten op hun rapport (op 100). Ze leerden nog het klassieke schoonschrift en kregen ook vanaf het begin huiswerk mee. Dat betrof dan in het 1e voornamelijk lezen en schrijven. Dat huiswerk en andere afspraken wordt opgetekend in de schoolagenda, die van school wordt uitgegeven. Geen fancy schoolagenda’s dus, hier in België. Voor het vervoer van de voor het huiswerk noodzakelijke boeken worden de kinderen geacht een stevige boekentas te gebruiken.

schoolcijfers belgië onderwijs wereldschool
Cijfers 1 tot en met 100

Ook hier eten de kinderen meestal tussen de middag op school hun boterhammetjes op. Thee en soep is op school verkrijgbaar, meestal via een bonnetjes of muntjessysteem. Wij konden maandelijks op voorhand muntjes (jetons) bestellen en betalen. Voor de school begint spelen de kinderen op de speelplaats en als de bel gaat, verzamelen ze zich per klas in de rij. Per klas gaan ze ook naar binnen, nadat de leerkracht heeft gecontroleerd of iedereen wel netjes recht in de rij staat. Het naar binnen gaan gebeurt ordelijk en rustig. De discipline wordt ook gehandhaafd als de klas op uitstap gaat: alleen de klasleerkracht gaat mee, extra ouders zijn meestal niet nodig. Men gaat met het openbaar vervoer naar de stad en de leerkracht houdt goed in de gaten of de kinderen niet te luidruchtig zijn, op straffe van een waarschuwing die de hele bus of tram horen kan. 

Aan het eind van de schooldag worden rijen gevormd van kinderen die de school via een bepaalde uitgang verlaten. Bij de school van mijn kinderen was dit noodzakelijk, omdat de school 3 uitgangen heeft. Aan het begin van het schooljaar kan je aangeven aan welke uitgang je je kind opwacht. Ook hier is de mogelijkheid tot voor- en naschoolse opvang, waar eventueel het huiswerk al gemaakt kan worden. De lagere school wordt afgesloten met een feestelijke avond: de proclamatie, waar de ouders aanwezig zijn en de leerlingen hun getuigschrift van de lagere school ontvangen.

De middelbare school in België

Als de basisschool zonder problemen is doorlopen, gaat je kind in het kalenderjaar waarin het 12 jaar wordt naar de middelbare school. Dit is opgedeeld in 3 niveaus: ASO (algemeen secundair onderwijs), TSO (technisch secundair onderwijs) of KSO (kunst secundair onderwijs) en BSO (beroeps secundair onderwijs). Mijn kinderen hebben allebei het ASO doorlopen, hierover weet ik dus wat meer dan over de andere onderwijsvormen. Ook hier heb je katholieke en openbare scholen. Onze kinderen zaten op een school van de Vlaamse Gemeenschap, beter bekend als GemeenschapsOnderwijs (GO!).

1e graad ASO

Deze school was onderverdeeld in de Middenschool (1e 2 jaren of 1e graad) en het Atheneum (2e en 3e graad). Het ASO is georganiseerd per graad. Elke graad bestaat uit 2 jaren. Na iedere graad kan de leerling een min of meer specialistische richting kiezen. In de eerste graad kunnen de leerlingen kiezen uit Latijn en Moderne Wetenschappen. Bij Moderne Wetenschappen kunnen ze dan nog kiezen uit LO, TO en POMO. LO houdt in dat ze 2 uur extra sport krijgen, TO 2 uur extra techniek en POMO 1 uur plastische opvoeding en 1 uur muziek. Verder krijgen ze bij Moderne Wetenschappen nog 2 uur wetenschappelijk werk. Bij Latijn krijgen ze 4 uur Latijn per week. Dit geldt voor het 1e jaar. In het 2e jaar kunnen ze kiezen uit Latijn, Moderne wetenschappen keuze actua en Moderne wetenschappen keuze sport. Keuze actua geeft 1 uur Dactylo (blind typen op de laptop), 1 uur aardrijkskunde en 2 uur wetenschappelijk werk. Keuze sport geeft 2 uur LO en 2 uur wetenschappelijk werk.

2e graad ASO

In de 2e graad hebben ze de keuze uit de volgende richtingen: Latijn-wetenschappen, Latijn-talen, Economie-wetenschappen, Economie-talen, Wetenschappen-wetenschappen, Wetenschappen-talen en Humane wetenschappen. Deze richtingen hebben 25 uur algemene vakken en 4 uur specifiek voor de richting. Daarnaast is er een complementair deel van 3 uur, specifiek voor de 2e poot van de richting. Bij Latijn, Economie en Humane Wetenschappen geeft de keuze talen 1 uur Engels, 1 uur Frans en 1 uur Duits. Keuze wetenschappen geeft 1 uur wiskunde, 1 uur chemie en 1 uur fysica. Bij Wetenschappen geeft de keuze talen 1 uur Engels, 1 uur Frans en 1 uur Duits. De keuze wetenschappen geeft dan 1 uur wetenschappelijk werk in elk van de 3 wetenschapsvakken: wiskunde, fysica en chemie.

3e graad ASO

In de 3e graad wordt nog iets verder gespecialiseerd. De mogelijke richtingen (op die specifieke school) zijn: Latijn-wiskunde, Latijn-wetenschappen en Latijn-moderne talen, Economie-wiskunde, Economie-wetenschappen en Economie-moderne talen, Wetenschappen-wiskunde, Moderne talen-wetenschappen, Humane wetenschappen-moderne talen en Humane wetenschappen-wetenschappen. Hier zijn de lesuren zeer specifiek verdeeld per studierichting. In de laatste 2 jaren hebben de leerlingen ook nog de keuze uit een aantal keuzevakken, seminaries genoemd. Dit ter voorbereiding op de vervolgstudies, waar ze ook keuzevakken zullen tegenkomen. Deze seminaries zijn zeer uiteenlopend van aard. Het aanbod bestaat uit Bedrijfsbeheer (het enige seminarie dat 2 jaar beslaat), Duits, biologie, inleiding tot de filosofie, journalistiek, kunst en kunstgeschiedenis, kunstenaars onder de loep, Office voor gevorderden, psychologie, Spaans, statistiek, webdesign, wetenschappelijk werk en wiskunde. Per schooljaar kiezen de leerlingen 2 verschillende seminaries, die dus elk een semester beslaan. Onze kinderen hebben dit als zeer waardevol ervaren.

Vrijheid per graad

Ook de vrijheid die de leerlingen krijgen, wordt uitgebreid per graad: in de 1e graad moeten de ouders aan het begin van het schooljaar aangeven of de leerling thuis of op school eet. Het eten op school gebeurt in de 1e graad in de refter (schoolkantine). Pas na een bepaalde tijd mogen de leerlingen dan naar buiten, maar niet van het schoolterrein af. In de 2e graad kunnen de ouders ook toestemming geven om buiten de school een broodje te gaan halen. De leerlingen eten dan ook niet meer in de refter, maar ze mogen vrij een plaatsje kiezen in de overdekte speelplaats of buiten op de speelplaats. Zonder toestemming van de ouders wordt het schoolterrein nog altijd niet verlaten. In de 3e graad zijn de leerlingen vrij om op school, thuis of buiten de school te lunchen. Toestemming van de ouders is niet meer nodig. De schooluren liggen ook op het middelbaar nog vrij vast: meer dan 2 uur later beginnen is er niet bij en de lessen stoppen ten laatste na het 8e lesuur (op de meeste scholen rond half 5). De woensdagmiddag is nog altijd vrij.

Werkweek (GWP)

In het 1e en 2e jaar gaan de leerlingen op werkweek (GWP genoemd). In het 4e jaar gaan ze een week naar Engeland en in het 6e gaan ze op eindejaarsreis naar Italië. De reis in het 4e is georganiseerd als GWP: deze wordt in verschillende lessen voorbereid en er gaat een lesbundel mee op reis. De reis naar Italië is meer ontspannen: echt een reis ter afronding van de middelbare schoolloopbaan.

Rapporten ASO

De leerlingen krijgen 6 rapporten per jaar: 4 dagelijks werk: deze rapporten geven de punten van de toetsen, taken en dergelijke weer. 2 x per jaar (op katholieke scholen in de 1e graad 3x per jaar) is er een examenronde, waar de leerstof van het voorgaande semester (trimester) getoetst wordt. Hiervan wordt een apart rapport uitgegeven. Na ieder rapport is ook hier een oudercontact. Op de school van onze kinderen is een van deze oudercontacten op uitnodiging van de leerkrachten. Voor de andere oudercontacten kan je zelf aangeven welke leerkrachten je wilt spreken.

A-, B-, of C-attest

Naar aanleiding van de examens aan het eind van een schooljaar geeft de school een A-, B- of C-attest af. Met een A-attest ben je over zonder verdere voorwaarden, een B-attest geeft de mogelijkheid om over te gaan, onder bepaalde voorwaarden: het kan bijvoorbeeld zijn dat je onvoldoende scoort op bepaalde vakken, waardoor bepaalde studierichtingen niet mogelijk zijn in het volgende jaar. Met een C-attest blijf je zitten. (of je kan ‘afzakken’ naar een TSO of BSO) Aan het eind van het 6e jaar krijgen de leerlingen tijdens een feestelijke ceremonie hun getuigschrift Algemeen Secundair Onderwijs, dat toegang geeft tot Hogeschool of Universiteit. Met een ASO-diploma wordt wel verwacht dat je verder studeert. Meteen gaan werken is niet echt een optie, omdat je geen vak geleerd hebt.

Technisch Secundair Onderwijs in België

Het Technisch secundair onderwijs in België leidt op voor een specifiek vak, zodat je na 6 jaar meteen de arbeidsmarkt op kunt. Je kan met een TSO opleiding echter ook verder studeren, zowel universitair als op een hogeschool. Ik zal hieronder de opbouw van de studie weergeven die ik op de website van een van de scholen gevonden heb waar ik lesgeef.

Het 1e jaar is nog vrij algemeen. Voor TSO is dit het eerste leerjaar A. Hier zijn nog geen keuzemogelijkheden. Iedereen volgt dezelfde vakken.

In het 2e jaar is de keuze tussen Sociale en technische vorming, Handel en Mechanica en elektriciteit. Hier volgen de leerlingen een aantal algemene vakken, aangevuld met vakken die specifiek zijn voor de richting.

Vanaf de 2e graad wordt verder gespecialiseerd. In deze graad kun je kiezen uit Sociale en Technische Wetenschappen, Bio-esthetiek, Handel en Elektro-technieken.

In de 3e graad kan je kiezen uit Gezondheids- en welzijnswetenschappen, Schoonheidsverzorging, Handel en Elektrische installatietechnieken.

Tot slot kan je nog een 7e specialisatiejaar volgen in Esthetische lichaamsverzorging.

Er worden door het jaar heen een aantal rapporten betreffende het dagelijks werk uitgegeven, die de resultaten van taken en toetsen, alsmede het gedrag van de leerling tijdens de lessen weergeven. Ieder jaar zijn er 2 examenrondes, die de leerstof van het afgelopen semester toetsen. De resultaten van deze examens worden weergegeven in een rapport. Aan de hand van deze resultaten wordt aan het eind van het schooljaar bepaald of de leerling al dan niet naar een volgend jaar overgaat en of alle studierichtingen gevolgd mogen worden.

Aan het eind van 6 of 7 jaar krijgen de leerlingen een getuigschrift voor de richting die ze gevolgd hebben. Hiermee kunnen ze dus direct de arbeidsmarkt op als ze dit willen.

Ook hier krijgen de leerlingen meer vrijheid naargelang het verloop van hun schoolloopbaan. De discipline is ook hier duidelijk aanwezig en leerlingen die zich niet aan de regels houden en zich, zowel op school als in de naaste omgeving van de school, niet goed gedragen, worden gestraft en soms zelfs geschorst. Het meegaan op GWP kan de leerling niet toegestaan worden in geval van schorsing of wangedrag tijdens de lessen. De leerling moet dan tijdens de gebruikelijke lesuren naar school en krijgt dan gewoon les of moet onder toezicht taken maken, achterstallige lessen bijschrijven en dergelijke.

Meer weten over de Wereldschool?

Wil je geen achterstand oplopen en het Nederlands onderwijs in België volgen?Vraag dan via onderstaand formulier een adviesgesprek aan voor meer informatie over ons afstandsonderwijs of volg ons ook op Facebook , Twitter en LinkedIn en blijf op de hoogte!