fbpx

Op wereldreis met jonge kinderen

Bron: NRC Lux

De Wereldschool stond met een interessant artikel in de NRC Lux.

 

Mijn zoontje was 3,5 jaar toen we op wereldreis gingen”, zegt Lotte van der Linden (35). De timing was perfect: haar vriend had net zijn strandtent verkocht en zij zat met haar baan in de ICT op een dood spoor. Als ze nu gingen, konden ze ruim een jaar weg, want voor de leerplicht (vanaf 5 jaar) wilden ze terug zijn.

Ze kochten een Landrover die ze ombouwden: een extra brandstoftank, een lier, een snorkel, speciale schokdempers en bodembeschermers – de auto moest geschikt zijn om off road te gaan. Maar de belangrijkste reden om voor reizen per auto te kiezen: zoontje Pelle had dan overal hetzelfde bed. „Als zijn huisje mee is, hoeft hij niet steeds aan een nieuwe slaapkamer te wennen.”

 

 

Op reis nu het nog kan

Een lange reis maken voordat je kinderen leerplichtig zijn: het lijkt aan populariteit te winnen. Er is geen organisatie die bijhoudt hoeveel Nederlanders een wereldreis maken, maar de Wereldschool merkt wel een stijging in het aantal aanvragen van ouders voor lespakketten om mee te nemen op reis. Zij bieden ook pakketten aan voor kinderen van 2 tot 4 jaar. Shane Wigmans van de Wereldschool: „De meeste ouders kiezen voor een reis in de basisschoolperiode. Een wereldreis met kinderen ouder dan 12 jaar zien wij minder vaak.” In verband met de leerplicht is het het makkelijkst om de reis te maken voordat je kind 5 jaar is.

Een jaar op reis klinkt als een droom, maar hoe is het om met een jong kind van land naar land te trekken? Alle ouders in dit verhaal benadrukken: een reis is anders dan een vakantie. Op een strand maak je je druk of de kinderen goed zijn ingesmeerd en kies je ’s avonds een van de restaurants aan de boulevard. Op reis ben je bezig met planning, de route uitstippelen, onderweg lesgeven en onderdelen van de auto of boot repareren.

„Met een jong kind op pad is het tempo anders”, zegt Van der Linden, bij wie de reis begon in Australië. „Een volle dag in de auto zitten was te vermoeiend voor Pelle, dan werd hij onhandelbaar. We moesten onderweg de tijd nemen om zijn energie vrij te laten.” Dat pakten ze in het begin fout aan:

 

Het liefst bleef haar zoontje de hele dag op de camping. Buiten spelen, stokjes zoeken, beetje klooien bij het water en op de trampoline springen met andere kinderen. „In het begin hadden wij een agenda: het dorp bekijken, een museum bezoeken, de kust zien. Uiteindelijk lieten we dat gaan. Als we een dag nergens naartoe waren geweest, was dat prima. Het gaat niet om wat je hebt gezien, maar om de ervaring van het reizen en de tijd met elkaar.”

Mama heet ‘juf’

De kinderen van Isabelle Berendsen (48) waren 1 en 4 toen ze vertrokken. Ze zijn uiteindelijk 3,5 jaar weggeweest, gezeild van Europa naar het Caraïbisch gebied en Chesapeake Bay in de Verenigde Staten. Berendsen schreef haar zoontje van 4 jaar in bij de Wereldschool en gaf hem drie schooljaren zelf les. „De boot was beplakt met rekentafels, dagen van de week, schema’s om te leren tellen. Ik gaf de lessen en papa was meester Knutsel.” Tijdens lestijden had haar zoon zijn schooltas bij zich en noemde hij haar ‘juf’. Geen ‘mama’. Als hij ‘op school’ iets fout deed, hoorde hij daar later ‘thuis’ niets over. „Dat hielden we gescheiden. Dus ik vroeg niet ’s avonds aan tafel: weet je nu wel wat 2 x 7 is?”

 

 

De lessen vonden zo veel mogelijk plaats in de ochtend, maar als er die dag veel gevaren moest worden, paste ze het schema aan. Leren schrijven deden ze als ze voor anker lagen in een rustige baai, dat ging niet met hoge golven.

Ook fotograaf Lars van den Brink (39) ging voordat zijn oudste kind leerplichtig was op reis. Ze bezochten 22 landen in zes maanden.

 

Lotte van der Linden heeft net een gesprek gehad op school: „Pelle heeft geen achterstand. Daar was ik ook niet bang voor. Hij heeft in het reisjaar veel geleerd. Tijdens het snorkelen liet ik hem het koraal zien en leerde hij dat visjes daarvan leven. Door de bergen in Nieuw-Zeeland weet hij hoe regen ontstaat als het warm is. In Hiroshima zijn we op de plek van de bom geweest, hij vertelt nu nog over die oorlog.”

 

Op elkaar vertrouwen

En hun eigen ontwikkeling? Haar ouders vroegen tijdens de reis een keer via Skype of ze geen intellectuele uitdaging misten. „Ik dacht: waar heb je het over? Ik leer me helemaal suf hier, alleen niet op jullie manier, met kranten en De Groene Amsterdammer. Op reis werd me opnieuw duidelijk dat ik thuis word beïnvloed door mijn omgeving, door verwachtingen van anderen. Nu luisterde ik naar mijn eigen stem, naar wat ik belangrijk vind.”

Hoe is het voor je relatie om lange tijd met je gezin op, zeg, tien vierkante meter te wonen? Zo’n reis met kinderen kan je huwelijk maken of breken, zegt Isabelle Berendsen. Je bent op een andere manier op elkaar aangewezen dan thuis. „Je moet op elkaar vertrouwen, ook op moeilijke momenten. Wij hebben met twee kleine kinderen 22 dagen op zee gezeten om van Spanje naar het Caraïbisch gebied te varen. Ik navigeerde, zorgde voor de route en probeerde het slechte weer te ontlopen. Mijn man moest erop vertrouwen dat ik dat goed deed.”

 

 

Tijdens het zeilen golden er regels. Zo moesten de kinderen altijd binnen blijven. Berendsen deed de gordijnen dicht zodat ze niet zagen hoe hoog de golven waren – mede hierdoor zijn de kinderen nooit bang geweest aan boord. Alleen als ze zeeziek waren, mochten ze in de kuip.

Ook Jasper Toxopeus ging zeilen, een half jaar in „de Carieb”. Zijn kinderen waren toen 6 en 8 jaar, leerplichtig dus. Naast het lesmateriaal van de Wereldschool, stelden ze in overleg met hun reguliere school een leerplan op. Als extra opdracht schreven de kinderen een verslag over Dominica, een onbedorven eiland tussen Guadeloupe en Martinique.

Het lesgeven onderweg kostte veel tijd, vertelt Toxopeus. De jongste werkte niet goed mee; over taakjes waar een half uur voor stond deed hij twee uur. „Vreemde ogen dwingen denk ik, en wij waren geen vreemde ogen. Dat was vooral zwaar voor mijn vrouw. Zij gaf de lessen, ik hield me bezig met de boot, het plannen van de tocht en het varen.”

 

 

Na vijf weken belde de leerplichtambtenaar. Zij zag dat de kinderen van Toxopeus waren uitgeschreven bij hun school in Leiden en ingeschreven op de Wereldschool. „Maar die ziet de ambtenaar niet als een erkende school. Kinderen hebben recht op onderwijs en om dat te krijgen moeten ze naar een gebouw, en de Wereldschool heeft geen gebouw. We wisten dat dat risico erin zat, maar we wilden ons daar niet door laten weerhouden.”

Om de wereld reizen met Nederlandse leerplichtige kinderen mag alleen met een vrijstelling van de leerplichtambtenaar. En die krijg je niet zomaar – een wereldreis is onvoldoende reden. Ouders die voor hun werk worden uitgezonden naar het buitenland en hun kinderen inschrijven op een plaatselijke school, dat kan wel. Wat gebeurt er als je gewoon gaat? Elke aanvraag wordt afzonderlijk bekeken en beoordeeld. Ouders die de wet overtreden, kan ontduiking van de leerplichtwet ten laste worden gelegd.

Dat gebeurde Toxopeus. Eind december was de uitspraak van hun zaak: ze hebben de kinderen onderweg voldoende onderwijs gegeven, maar omdat ze van tevoren geen contact hebben opgenomen met de leerplichtambtenaar, legde de rechter toch een boete op van 1.000 euro.

Toxopeus heeft geen spijt. „Je hoort zo veel mensen met dit soort dromen, vaak komt er niets van. Vrienden zeggen: jullie deden het gewoon. En zo is het. Wij hebben het wél gedaan.”

 

 

Volg ons ook op Facebook , Twitter en LinkedIn en blijf op de hoogte!

 

 

 

Pre-order actie: Schrijf je kind vóór 1 juni in en profiteer!