fbpx

Verhaal van Joseph: Voetballen in het dorp

Joseph: voetballen in het dorp

‘Joseph, nou ophouden met je duckie’. Miriam staat pal voor mijn laatje vol met Donald ducks. ‘Hier kom je niet meer aan vandaag! Vijf Duckies op één dag…’ Miriam zucht. ‘Heeft mama het dan gezegd dat ik geen Duckies meer mag lezen?’ vraag ik boos. ‘Jongens, nou geen ruzie maken’, zegt mama. ‘Weet je wat? Ga maar lekker naar het dorp…’ Mama kan haar zin niet afmaken want ik schreeuw er al doorheen: ‘voetballen!’ ‘Hèhè’, zegt Miriam, ‘gelukkig, maar eerst even je kamer opruimen, want het ligt hier bomvol duckies’. ‘Vanavond’, zeg ik besluitend, en ik duw Miriam mijn kamer uit om daarna mijn voetbalkleren van Nike aan te trekken. Eigenlijk zijn het gewoon sportkleren, sokken en mijn crocs. Als ik alles heb aangetrokken wil ik al naar de doos rennen met de ballen, maar mama houdt mij tegen, eerst wat drinken en nog naar de wc. Als ik dát gedaan heb ren ik naar de deur, met de bal onder mijn armen en dan wil ik net de compound afrennen als onze hond Dinky op mij afkomt. O, nee he, denk ik, als ik naar het dorp ga met haar, schrikken natuurlijk alle kinderen. Snel roep ik Miriam om Dinky even vast te houden tot ik ver genoeg weg ben.

Even later loop ik zonder problemen de compound af en dan groet ik nog even de buren voordat ik op het dorpsweggetje kom. Ik moet wel een beetje oppassen voor motors, want daar rijden er veel van. Maar ja, zij moeten ook vooral oppassen voor mij he! En als ze me dan bijna aanrijden loop ik wel de berm in, toch? O, wacht daar komt een vrachtauto aan met allemaal stenen uit de stenenbakkerij, even snel in de berm… oh! Daar gaat een vriendje van mij met de vrachtauto mee, nou, daar kan ik dan niet mee voetballen, snel even zwaaien, ja, hij heeft me gezien. Hij zit boven op de stenen in de vrachtwagen. Als die vrachtwagen voorbij is, komt er een auto met enorme boxen op het dak waaruit enorm harde popmuziek klinkt. Snel de berm in… zo, die is voorbij.

Joseph: voetballen in het dorp

Dan kom ik bij een klein riviertje. Daar staan kinderen zich in hun blootje te wassen. Wat zie ik daar? Die ene jongen daar met dat groene shirt, Oh nee he! Da’s ook weer een vriend van me. Die kan dan ook niet meedoen met voetballen. Daar lopen vrouwen… effe groeten… ‘womama, tana bele?’ Oh, drommels, ze hebben me niet gehoord, nou ja, effe snel doorlopen voordat ik toch allemaal vragen krijg.  Hé! Wat ligt daar op de weg? Is het een slang? Oh, nee, het is een mierentrek! gelukkig! Snel erover heen springen… Zo, nu snel de heuvel op naar het dorp, want ik heb al zoveel tijd verloren! Ahh… daar zijn de eerste huisjes.  Als ik in het dorp kom, hoor ik meteen roepen:  ‘Forté! Forté!’ ( dat betekent: blanke! blanke!). Oh, nee, daar zul je dat kabaal krijgen, maar ja, die kindertjes vinden ons zo leuk.

Snel loop ik verder. Dan zie ik een paar kinderen die aan het knikkeren zijn maar ik wil juist voetballen. Hopelijk willen ze voetballen. ‘He!’, roep ik in hun taal, ‘zullen we spelen met de bal?’ ‘Ok!’, zegt een jongen en staat op. Maar de anderen schudden hun hoofd. Dan begint de ene jongen te mokken tegen de anderen. ‘Zoek het maar uit! Ik speel niet meer met jullie, ik ga lekker voetballen met Joseph.’ Door die woorden staan de jongens toch op, verbergen hun knikkers en gaan met me mee. ‘Mag ik de bal vasthouden?’ Vraagt een jongen naast mij. ‘Wat een mooie haren heb jij!’ Zegt een andere jongen achter mij, en hij wil eraan voelen. ‘Au!’ roep ik ‘A to’ (niet doen!) Niet aan trekken! Dan opeens beginnen alle jongens naar elkaar te roepen met opmerkingen en vragen. Dat kan ik niet allemaal verstaan hoor. Ik ren maar snel naar het veld en eindelijk, na tien minuutjes gediscussieerd te hebben over de teams kunnen we gaan voetballen. Gelukkig zeggen ze niet dat ik in het doel moet staan. Ik ren met allemaal andere jongens uit mijn team naar de andere kant van het veld. De keeper schopt met een flinke knal de bal de lucht in. De jongen achter mij heeft hem te pakken. Snel ren ik erop af, ik schop tussen zijn benen door en uiteindelijk krijg ik ‘m te pakken. Al voetballend ren ik ermee naar het doel van het andere team, maar de keeper stond al klaar om de bal op te vangen, dus helaas. Snel ren ik weer terug naar onze kant van het veld.

Toen klonk er nog een hardere dreun, en daar ging de bal de geul aan de kant van de weg in. Met z’n allen rennen we erop af en iedereen probeert als eerste de bal te pakken te krijgen. Alle benen schoppen door elkaar, dus af en toe krijg ik zelf ook een schop tegen m’n benen… Oeps! De bal komt onder een bruggetje terecht! Snel ren ik naar het bruggetje, maar een andere jongen van mijn team had de bal al te pakken, en ja hoor, daar vloog ie weer door de lucht. Maar die jongen lette niet goed op waar hij zijn bal naartoe schopte! Bam! Tegen de benen van een mevrouw aan. Dat was niet de bedoeling! De vrouw werd boos! Ze pakte de bal en ging naar haar kookplekje toe, en verstopte de bal. Alle jongens liepen met mij mee naar de mevrouw, en we zeiden allemaal heel nederig en smekend ‘n dienje!’ (sorry!). Uiteindelijk moest de vrouw lachen, en gaf de bal terug. Maar owee, toen de derde keer de bal de lucht in vloog, viel ik, en KLABAF! Ik lag in het zand. Helemaal onder het stof.

En ja, zo zat ik nog onder de vegen toen ik thuis kwam, en ja, toen mocht ik gelijk onder de douche! Heerlijk! Na al dat zweten! Het water wat er van me af komt is helemaal bruin. Even flink zeep gebruiken en nu ben ik weer lekker schoon!