Timo (14) en Eva (12) wonen samen met hun ouders in Portugal. Zij volgen Nederlands onderwijs in Portugal, Timo zit in 2 vmbo-tl, Eva in de brugklas van havo. Ze gaan naar de Nederlandse school en volgen onderwijs via de lespakketten van de Wereldschool. Moeder Wieteke is onderwijskundig leider van Nederlands onderwijs Algarve Portugal (NOAP), de enige organisatie in de Algarve die volledig Nederlands onderwijs aanbiedt. Ze werkt nauw samen de Wereldschool. Wieteke: “Al onze leerlingen in het voortgezet onderwijs leren met de vakkenpakketten van de Wereldschool.”
Verschillen Nederland en Portugal
Time en Eva zijn allebei in Portugal geboren. Het voelt voor hen dus eigenlijk niet alsof ze in het buitenland wonen. Timo: “Ik vind het hier in Portugal erg leuk, het is hier veiliger. Mensen zijn hier heel zuinig op de natuur. Je kunt hier veel dingen buiten doen. Nederland is volgens mij veel dichter bevolkt, ik zou er niet willen wonen. Hier in Portugal is het weer veel lekkerder. Hier in Portugal heb je lekker veel ruimte!” Eva: “Je kunt vaker naar het strand en hebt minder regen. Je kunt vaker naar het strand en je hebt minder regen. Wat ik mis uit Nederland zijn De Efteling en het fietsen. Fietsen hier in Portugal is lastig: er zijn te veel bergen en het is minder veilig omdat er geen aparte fietspaden zijn. “ Timo: “In Portugal doen ze helaas niet aan Sinterklaas, maar Kerst en Pasen worden hier veel groter gevierd.
Een Nederlandse klas Portugal
De Nederlandse school waar Time en Eva naartoe gaan zit momenteel nog bij de Duitse school in. Eva vertelt: “Toen ik vanuit groep 8 naar de middelbare school ging, had ik de keuze of ik in een Nederlandse klas verder wilde gaan of juist naar de Duitse school zou overstappen. Met de Duitse kinderen had ik minder een klik. Ik wilde veel liever met mijn Nederlandse vrienden naar school blijven gaan. En de Nederlandse school hier werkt samen met de Wereldschool: “Timo heeft net als zijn zusje om dezelfde reden voor een combinatie van de Nederlandse school en de Wereldschool gekozen.
Timo: “De Wereldschool is voor mij wel iets moeilijker, vooral omdat ik veel zelfstandig moet doen. Gelukkig gaat het goed. Ik volg het complete vallenpakket voor 2 vmbo-tl. Dat houdt in dat ik wiskunde, Nederlands, Engels, biologie, economie, natuurkunde en scheikunde volg via de Wereldschool. Vanuit Nederland worden de boeken en materialen voor bijvoorbeeld practica gewoon opgestuurd. Voor Portugees, Duits, sport en handvaardigheid hebben we een andere leraar.” Eva: “Ook ik volg het complete vakkenpakket van de havo brugklas via de Wereldschool. Ik krijg zelfs Frans.”
Plannen en huiswerk
Wieteke: “Eva en Timo gaan allebei een volledige week van 08:30 en 14:00 naar school. Eva: “Elke donderdag krijg ik een lijst met vakken en de lessen die ik moet maken voor de komende week. Ik vul dan alles in op mijn weektaak. Ik kan dan zelf het meeste inplannen. Sommige lessen staan wel vast. Zo heb ik maandag de eerste twee uur Portugees, daar kom speciaal een docent voor.” Timo: “Ik heb het idee dat het huiswerk dat wij krijgen veel minder is dan het huiswerk dat kinderen in Nederland krijgen – we hebben het namelijk bijna niet. Het is ook veel minder dan de Portugese school, daar heb vaak van elk vak wel huiswerk. Hier doen we al heel veel op school.” Eva vult aan: “Ja, dat is een groot verschil. Op de Duitse school hebben ze ook vaak huiswerk. Daar gaat alles meer klassikaal en kun je niet goed door met de volgende les als je klaar bent. Bij ons kan dat vaak wel. Zo kan ik al veel doen op school, dat scheelt natuurlijk.
Nederlands docent op afstand
Op school zijner leuke en minder leuke vakken, dat is bij het onderwijs via Wereldschool ander. Eva: “De leukste Wereldschoolvakken vind ik Nederlands en wiskunde. Wiskunde is vooral erg interessant, het is niet te moeilijk maar ook niet te makkelijk. Ik vind het ook leuk hoe de Wereldschool het verder gedaan heeft. Docenten kun je namelijk altijd om hulp vragen. Zo heb ik een docent die altijd gezellig terug praat en het niet alleen over school heeft. Dit help vaak als ik een beetje nerveus ben. Toetsen die we maken moeten we opsturen via internet. Het wachten op antwoord maakt voor mij de spanning alleen maar groter, dat vind ik wel iets hebben.” Wieteke verduidelijkt: “De leerlingen hebben een mailbox waarmee ze communiceren met docenten. Docenten kunnen hier reageren. Het is een heel flexibel systeem. Zo komt contact via WhatsApp ook voor en zijn er soms Skype-afspraken mogelijk.” Een ander voordelel volgens Eva: “Mijn klas is niet zo groot, maar wel heel gezellig. Het ziet er zelfs ook gezellig uit. kinderen van verschillende leeftijden zitten samen in een klas: de jongste is vijf jaar, de oudste vijftien. Ik vind het soms jammer dat er niet echt iemand is uit mijn groep waarmee ik opdrachten meteen samen mee kan maken. Soms wordt dit in het boek namelijk wel zo aangegeven. Mijn vriendinnen Lotte en Bo zijn even oud als ik, maar zitten in andere klassen.”
De begeleiding van de docenten gaat helemaal digitaal
Timo: “Economie en biologie zijn voor mij de leukste vakken. Logisch, want ik wil later bioloog worden en ik en gek op dieren. We hebben in onze tuin een eigen kameleon. Hij kwam uit het wild, maar blijft nu bij ons in de buurt. Ik vind het bij de Wereldschool best bijzonder dat ik eigenlijk geen van mijn docenten persoonlijk ken, bij de meeste van hen heb ik geen idee hoe ze eruitzien. Maar ik vind dat helemaal niet erg, voor mij is een goed gesprek belangrijker. Ik heb bijvoorbeeld een docent voor het vak NaSk die op de TU Eindhoven bleek te werken. Daar heeft mijn opa ook gewerkt. De docent herkende toen opa’s naam, zoiets vind ik wel grappig. De begeleiding van docenten gaat helemaal digitaal. De meeste leraren wonen ook niet hier in Portugal, maar in Nederland of Frankrijk.”