Het is vakantie, misschien gaan jullie nog weg of zijn jullie alweer terug? Tijdens je vakantie is er geen reden om je te vervelen met onze zomerknutselopdrachten en vandaag taalspelletjes. Onze Wereldschooldocent Marjolein deelt haar top vijf taalspelletjes met jullie. Zo kunnen jullie tijdens jullie vakantie (en daarna) op een speelse manier bezig blijven met de Nederlandse taal.
Spreekwoorden
Voor 2 of meer spelers
Leerjaren: 6-8 jaar
Benodigdheden: 5 spreekwoorden op vijf aparte kaartjes
Hoe speel je het spel?
- Bespreek de spreekwoorden met de kinderen.
- Wat betekent het spreekwoord?
- Beeld een spreekwoord uit.
- De ander raadt welk spreekwoord het is.
Galgje
Voor 2 of meer spelers
Benodigdheden: papier en pen
Leerjaren: 3-8 jaar
Hoe speel je het spel?
- De spelleider bedenkt een woord en tekent het aantal stippen gelijk aan het aantal letters van het woord op papier.
- De andere spelers noemen om de beurt een letter.
- Als de letter in het woord zit zet de spelleider de letter(s) op de juiste plaats
- Zit de letter er niet in dan bouw je een huisje: iedere foute letter een streepje totdat er een huisje is getekend
Tip! Je kunt in groep 3,4 eventueel een begin en eindletter geven.
De keizer van China
Voor 2 of meer spelers
Leerjaren: 3-8 jaar
Hoe speel je het spel?
- De spelleider zegt: De keizer van China houdt wel van thee maar niet van koffie.
- Door vragen te stellen moeten de spelers achter de wensen van de keizer komen.
- De vragen mogen alleen met ja of nee beantwoord worden.
- In dit geval houdt de keizer van China van dingen met 4 letters (thee, melk, mode, zeep, etc.).
Je kan meerdere criteria bedenken, bijvoorbeeld:
- De keizer van China houdt wel van dromen maar niet van zingen (alleen woorden met een d)
- De keizer van China houdt wel van bananen maar niet van appel (alleen gele dingen)
Bananenverhaal
Voor 2 of meer spelers
Leerjaren: 2-8 jaar
Hoe speel je het spel?
- De spelleider omschrijft een woord maar noemt niet het woord zelf.
- Iedere keer als het te raden woord in de zin in zegt de speler in plaats van het woord, het woord: ‘banaan’. Bijvoorbeeld: Ik zit graag op de ‘banaan’. Ik kan ook geld opnemen bij de ‘banaan’.
- Het spel stopt als het woord is geraden (bank).
- Wissel van beurt
Schrijven en vertellen
Voor 1 of meer spelers
Leerjaren 4-8 jaar
Benodigdheden: kaartjes met op elk kaartje een zelfstandig naamwoord (huis, fiets, hond, kast, etc.), hoed en een A4-lijntjespapier.
Hoe speel je het spel?
- Stop de kaartjes in een hoed
- Neem een lijntjespapier en begin met het schrijven van een verhaal.
- Na een paar zinnen pakt de spelleider steeds een blaadje uit de hoed en leest het zelfstandig naamwoord voor.
- De schrijver gebruikt dit woord in de volgende zinnen.
- Je gaat door totdat het verhaal een einde krijgt.
Veel plezier met de taalspelletjes en een fijne zomervakantie!