We kunnen het ons bijna niet meer voorstellen dat thuisonderwijs eeuwenlang de meest voorkomende vorm van onderwijs aan kinderen was. Waar eerst ouders de ‘lessen’ verzorgden, volgden snel een aantal huisonderwijzers die kinderen onderwezen van rijke gezinnen. Later werden scholen opgericht waar leerlingen écht les kregen op een locatie buitenshuis. Voor Nederlandse gezinnen in het buitenland was het niet altijd mogelijk om naar Nederlandse school te gaan. Daarom ontstond de behoefte aan lespakketten voor thuis en kon in schooljaar 1948-1949 het eerste lespakket vanuit de afdeling ‘de Wereldschool’ verstuurd worden.

In de beginjaren van de Wereldschool lag de nadruk op het bieden van onderwijs zoals dat in Nederland gebeurde. Na verloop van tijd, vanwege veranderende behoeften, verschoof het aanbod naar het aanbieden van “moedertaalpakketten” voor internationale leerlingen. Vanaf 1985 bood de Wereldschool onderwijs aan voor groep 1 tot en met 8, en in 1993 werd het onderwijs uitgebreid naar kinderen van 2-12 jaar. In samenwerking met Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland werd ook voortgezet onderwijs Nederlands toegevoegd. In het schooljaar 2009-2010 werd vervolgens een volledig pakket (alle vakken) voor voortgezet onderwijs aangeboden.

De Wereldschool heeft zich in 75 jaar voortdurend ontwikkeld om aan diverse educatieve behoeften te voldoen, met Nederlandse docenten verspreid over de hele wereld die leerlingen in verschillende tijdzones kunnen helpen.